automatisch
automatisch (język niderlandzki)
edytuj- wymowa:
-
- znaczenia:
przymiotnik
- (1.1) automatyczny
- przykłady:
- składnia:
- synonimy:
- antonimy:
- hiperonimy:
- hiponimy:
- holonimy:
- meronimy:
- wyrazy pokrewne:
- związki frazeologiczne:
- etymologia:
- uwagi:
- źródła:
automatisch (język niemiecki)
edytuj- wymowa:
- IPA: [ˌaʊ̯toˈmaːtɪʃ] wymowa austriacka IPA: [ˌaʊ̯toˈmaːtɪʃɐ] IPA: [ˌaʊ̯toˈmaːtɪʃstən]
-
- znaczenia:
przymiotnik
- (1.1) automatyczny
w funkcji przysłówka[1]
- (2.1) automatycznie
- odmiana:
- (1-2)
(zob. deklinacja przymiotnikowa) liczba pojedyncza liczba mnoga przypadek deklinacja m ż n m ż n Nom. słaba
mieszana
mocnader automatische
ein automatischer
automatischerdie automatische
eine automatische
automatischedas automatische
ein automatisches
automatischesdie automatischen
automatischen
automatischeGen. słaba
mieszana
mocnades automatischen
eines automatischen
automatischender automatischen
einer automatischen
automatischerdes automatischen
eines automatischen
automatischender automatischen
automatischen
automatischerDat. słaba
mieszana
mocnadem automatischen
einem automatischen
automatischemder automatischen
einer automatischen
automatischerdem automatischen
einem automatischen
automatischemden automatischen
automatischen
automatischenAkk. słaba
mieszana
mocnaden automatischen
einen automatischen
automatischendie automatische
eine automatische
automatischedas automatische
ein automatisches
automatischesdie automatischen
automatischen
automatischestopień wyższy (Komparativ) automatischer- przypadek deklinacja liczba pojedyncza liczba mnoga m ż n m ż n Nom. słaba
mieszana
mocnader automatischere
ein automatischerer
automatischererdie automatischere
eine automatischere
automatischeredas automatischere
ein automatischeres
automatischeresdie automatischeren
automatischeren
automatischereGen. słaba
mieszana
mocnades automatischeren
eines automatischeren
automatischerender automatischeren
einer automatischeren
automatischererdes automatischeren
eines automatischeren
automatischerender automatischeren
automatischeren
automatischererDat. słaba
mieszana
mocnadem automatischeren
einem automatischeren
automatischeremder automatischeren
einer automatischeren
automatischererdem automatischeren
einem automatischeren
automatischeremden automatischeren
automatischeren
automatischerenAkk. słaba
mieszana
mocnaden automatischeren
einen automatischeren
automatischerendie automatischere
eine automatischere
automatischeredas automatischere
ein automatischeres
automatischeresdie automatischeren
automatischeren
automatischerestopień najwyższy (Superlativ) automatischst- przypadek deklinacja liczba pojedyncza liczba mnoga m ż n m ż n Nom. słaba
mieszana
mocnader automatischste
ein automatischster
automatischsterdie automatischste
eine automatischste
automatischstedas automatischste
ein automatischstes
automatischstesdie automatischsten
automatischsten
automatischsteGen. słaba
mieszana
mocnades automatischsten
eines automatischsten
automatischstender automatischsten
einer automatischsten
automatischsterdes automatischsten
eines automatischsten
automatischstender automatischsten
automatischsten
automatischsterDat. słaba
mieszana
mocnadem automatischsten
einem automatischsten
automatischstemder automatischsten
einer automatischsten
automatischsterdem automatischsten
einem automatischsten
automatischstemden automatischsten
automatischsten
automatischstenAkk. słaba
mieszana
mocnaden automatischsten
einen automatischsten
automatischstendie automatischste
eine automatischste
automatischstedas automatischste
ein automatischstes
automatischstesdie automatischsten
automatischsten
automatischste
- przykłady:
- składnia:
- synonimy:
- antonimy:
- hiperonimy:
- hiponimy:
- holonimy:
- meronimy:
- wyrazy pokrewne:
- rzecz. Automatisieren n, Automatismus m, Automat m, Automation ż, Automatik ż, Automatisierung ż, Automatisation ż
- czas. automatisieren
- przym. automatisch
- związki frazeologiczne:
- etymologia:
- uwagi:
- źródła: